Als een meubel veel gebruikt wordt ontkom je er niet aan dat er vooral veel kruimels maar ook
andere ‘rommeltjes’ aan de zijkant van de zitting verdwijnen.
De kruimels gooi ik natuurlijk meteen weg met het verwijderen van de oude bekleding maar de
‘rommeltjes’, zoals ik de andere spulletje die ik vind noem, bewaar ik voor de klant.
Een paar maanden geleden vond ik een dubbeltje uit 1966.
Leuk toch, want mijn kinderen weten niet eens hoe een dubbeltje er uit zag en in 1966 was ik nog
lang niet geboren. Mijn ouders waren toen nog niet eens samen.
Bij de laatste fauteuil die ik heb bekleed vond ik heel veel ‘rommeltjes’.
Heel veel ongebruikte lucifers, een sigarenbandje, een haarspeldje, een kroontje van een kerstbal en een dop van een pen.
Waarschijnlijk niet echt dingen die de vorige eigenaar van deze fauteuil naar heeft gezocht, misschien op de dop van de pen en het kroontje van de kerstbal na.
Ook was deze stoel gevuld met crin (zeegras) en paardenhaar. Dus ik heb ook een beetje paardenhaar bewaard.
Toen de stoel werd gebracht had ik al gehoord dat de stoel een erfstuk was van de buurman.
Bij het ophalen vertelde ik wat ik gevonden had en liet ik het mandje met rommeltjes zien.
Meestal vinden mensen het wel grappig om te zien en kan het daarna weg.
Maar bij deze stoel leeft de eigenaar er niet meer en wilde mijn klant de ‘rommeltjes’ graag meenemen voor het nichtje van de buurman.
Door de gevonden spulletjes kwam zo duidelijk naar voren dat dit de lievelingsstoel van haar oom was.
Ik stel me voor dat hij daar zat met zijn sigaar en lucifers, druk bezig met een kruiswoordpuzzel, misschien wel mopperend waar die dop nu weer was :-).
Zo is iemand blij met rommeltjes.